Veelgestelde vragen

Brandblussers die je in een openbare context of in gemeenschappelijke delen van appartementen gebruikt, moeten jaarlijks gekeurd worden. De keuring moet gebeuren door een erkend en gecertificeerd bedrijf.

Een bevoegd bedrijf is een bedrijf dat kan aantonen dat het werkt conform de de Belgische norm NBN S21-05

Een poederblusser is geschikt voor branden van klasse A (vaste stoffen), B (vloeistoffen) en C (gassen). Doordat het poeder een zout oplossend middel (natriumbicarbonaat) bevat is het wel schadelijk voor elektrische componenten, vandaar raden wij dit niet aan in de buurt van computers, machines en voertuigen.

Een klassieke schuimblusser is geschikt voor branden van klasse A (vaste stoffen) en B (vloeistoffen) verder kan het ook elektrische componenten blussen tot 1000 volt. De schuim-vetblusser is geschikt om branden van klassa A, B en F (vetten en oliën) te blussen. Een standaard schuimblusser is niet-vorstbestendig: het water in het blusmiddel kan bevriezen. Dit maakt de blusser ongeschikt voor ruimtes waar het kwik tot beneden de nul kan dalen. Er zijn echter ook vorstbestendige schuimblussers beschikbaar.

Voor panden waar een men activiteiten uitvoert met een laag of middelmatig brandgevaar dient men één bluseenheid per 150 m² te voorzien. Indien de activiteit in de desbetreffende zone een hoog brandgevaar inhoudt, past men het aantal aan naar één bluseenheid per 100 m².

Daarnaast is het ook aangeraden om aangepaste blustoestellen te voorzien bij objecten met een verhoogd brandrisico. Verwarmingsinstallaties, computersystemen, elektrische energievoorzieningen, etc. hebben een specifiek brandrisico en vergen tenminste één bijkomend blustoestel in de omgeving.

De brandblussers die je terugvindt in wagens voldoen niet aan de Europese en Belgische normen om deze te laten meetellen als officiële bluseenheid. De brandblussers in wagens beschikken niet over het BENOR-label (BElgsiche NORm). Brandblussers die opgehangen worden in een professionele/openbare context dienen voorzien te zijn van dit label.

Bij het plaatsen van rookmelders moet men rekening houden met meerdere factoren. Aangezien rook in een ruimte stijgt, is het eerst en vooral belangrijk de rookmelder aan het plafond te monteren. Indien mogelijk hang je een rookmelder op minstens 50 cm van de muren.

Let ook op de aanwezigheid van ventilatiesystemen in de bepaalde ruimte. Ventilatie- en aircosystemen trekken de rook weg waardoor de rook pas veel later gedetecteerd wordt. Hierdoor gaat de melder te laat af wat desastreuze gevolgen kan hebben.

Als laatste moet ervoor gezorgd worden dat rookmelders niet te makkelijk afgaan. Daarom hangt men ze dus best niet op vlak boven kookvuren en andere rook of damp ontwikkelende installaties.